De maakbare mens: deel 3: DE TERMINALE MENS

DE TERMINALE MENS

DEEL 3 Leven op bestelling & dood naar keuze

Van stof zijn wij gemaakt, en tot stof zullen wij wederkeren. Maar in de korte tijd dat we ons uit dat stof oprichten, spelen de meest markante gebeurtenissen zich grotendeels op dezelfde locatie af: het bed. We worden verwekt in het echtelijke bed en geboren in het kraambed, we overleven in het ziekbed, en we gaan ten onder in het sterfbed. Het tempo waarin het tegenwoordig in dat sterfbed afloopt, ligt steeds hoger, zeggen de commissieleden voor medische ethiek. Een mens krijgt nog amper de tijd om zijn laatste adem uit te blazen van familieleden, die niet houden van een slordige agenda. Laatste aflevering in ons dossier `De maakbare mens': in gestrekte draf naar het graf.

Nathalie Carpentier & Jan Antonissen / Illustratie Nathalie Carpentier

Humo - 24 Mar. 2015

Man is terminaal, maar wil nog enkele dagen leven. Tot wanhoop van zijn familie, die vindt dat het einde veel te lang op zich laat wachten.

Paul Schotsmans (ethische commissie UZ Leuven, Raadgevend Comité voor Bioethiek) «Dit maken we geregeld mee. In het jargon is er een term voor: killer families. Als artsen ermee worden geconfronteerd, brengen ze het ter sprake in de commissie voor medische ethiek.

»Elke terminaal zieke is anders. Bij de ene staat de familie aan het ziekbed te roepen dat je niet genoeg voor hem doet, bij de andere kan het einde er niet snel genoeg zijn. Je moet met de familie in gesprek. En dat kost tijd. In universitaire ziekenhuizen is daar nog ruimte voor, maar in privéziekenhuizen geldt het adagium: time is money. Een maatschappelijk werker kan desnoods het gesprek met de familie voeren, maar een arts neemt uiteindelijk de beslissing. Het gebeurt zelden dat de familie van de zieke zich verzet tegen een arts die comfortzorg voorschrijft. Maar meestal is het omgekeerd, en pleit de familie voor een snelle dood.

»Vaak durft een terminaal zieke nog amper te zeggen dat hij nog even wil blijven leven. `Ik geniet zo van mijn laatste dagen,' zeieen vader laatst, terwijl zijn dochter en zoon zenuwachtig werden. `Pa,' zeiden ze, `het duurt zo lang!' De geest van deze tijd, zeker? Agenda's dreigen in de war te raken. Het geduld van mensen is op. Ik ben ooit, met de wettekst in de hand, naast de zoon van een patiënt gaan zitten. Die man was advocaat. Ik zeg: `Wat u voorstelt, euthanasie tegen de wens van uw vader in, is strijdig met de wet.' Zijn ongeduld was zo groot dat hij aandrong op een wetsovertreding. Uiteindelijk is zijn vader anderhalve dag later gestorven. Ziet u: het zijn discussies over dagen. Het is te gek voor woorden.»

Bij het onderzoek van een baby ontdekken artsen de ziekte van Krabbe, een genetische afwijking die het zenuwstelsel langzaamaan vernietigt: het kindje heeft nog maar enkele maanden te leven. Verdere behandeling heeft geen zin. Het kindje wordt in een kunstmatige coma gebracht: om zijn natuurlijke dood te versnellen krijgt het geen eten of drinken.

Wim Distelmans (ethische reflectiegroep UZ Brussel, voorzitter federale commissie voor euthanasie, Raadgevend Comité voor Bio- ethiek) «De behandelende arts had de moeder voorgesteld, bij wijze van rouwverwerking, zelf haar kindje te verzorgen, hoewel het door morfinepleisters niet meer bij bewustzijn was. Zonder eten en drinken smolt de baby langzaam voor haar ogen weg: op den duur bleef alleen een ademend skelet over. Het was gruwelijk.

»De moeder heeft alles op film vastgelegd. Ze snapte het niet: waarom beslis je een kindje niet meer te voeden, maar verlos je het niet actief uit zijn lijden? Maar een arts die open en bloot voor een fatale dosis morfine kiest, dreigt voor moord te worden opgepakt. Artsen durven het niet openlijk te doen, ze doen het hooguit stiekem.

»Het gebeurt vaker dan je denkt. Professor Veerle Provoost heeft in 2005 voor haar doctoraatsverhandeling lle 253 overlijdens van Vlaamse baby's van jonger dan 1 jaar onderzocht. In bijna 60 procent van de gevallen bleek de arts het leven van de terminale baby's te hebben beëindigd, meestal door behandeling achterwege te laten. Slechts zeventien keer dienden artsen zelf middelen toe om de dood te versnellen. In de helft van die gevallen vroegen de ouders erom.

»Dat is dus een probleem. Een véél groter probleem dan euthanasie bij wilsbekwame kinderen dat, sinds het wettelijk is toegestaan, nooit is uitgevoerd. Voor jonge kinderen, die vanwege hun leeftijd niet in aanmerking voor euthanasie komen, is niets geregeld. Terwijl voor hen een oplossing dringender is.

»Wat doe je met een doodzieke maar levensvatbare baby van wie je gezond verstand zegt: `Dit kindje, met een korte levensverwachting vol miserie, was beter niet geboren?' Wat doe je met een kind van 4 met een hersentumor, dat chemo heeft gekregen, bestraald is, geopereerd en nu in een steriele kamer ligt te wachten op de dood, die pas zal intreden na weken of maanden van pijn? Je kan de therapie stopzetten, het kind in een kunstmatige coma brengen en alle voedsel onthouden. Maar is het dan niet menselijker een soortgelijke regeling uit te werken als het Nederlandse Groningen-protocol?

»Het Groningen-protocol is er gekomen uit schaamte. Nederlandse kinderartsen hadden hulp geweigerd aan ouders wier baby aan een pijnlijke en ongeneeslijke huidaandoening leed. Drie maanden heeft de doodsstrijd geduurd. Daarna hebben de artsen met Justitie het protocol uitgewerkt: ze weigerden in de toekomst hun kop nog langer in het zand te steken.

»Dankzij het Groningen-protocol kunnen kinderartsen beslissen het leven te beëindigen van ongeneeslijke pasgeborenen die ondraaglijk lijden, op voorwaarde dat het gebeurt in samenspraak met de ouders. De arts meldt zichzelf daarna bij het parket, dat nagaat of aan alle zorgvuldigheidsvoorwaarden is voldaan. Indien dat het geval is, wordt de zaak automatisch geseponeerd. Op die manier vermijd je veel onnodige miserie.»

Dirk Matthys (hoofd pediatrie, voorzitter commissie medische ethiek UZ Gent) «Dossiers over levensbeëindiging bij pasgeborenen komen in onze commissie niet ter sprake. Dat gebeurt in het ziekenhuis zelf, waar neonatologen met ouders overleggen. Als een kindje bij de geboorte hersenschade heeft opgelopen, kunnen neonatologen en ouders besluiten dat verdere behandeling zinloos is, en palliatieve zorg toedienen. In onze wetgeving staat klaar en duidelijk dat een zinloze behandeling verboden is.

»Met het Groningen-protocol ga je het leven van een pasgeborene actief beëindigen. Dat gaat verder dan wat in België gangbaar is. Onze neonatologen passen het protocol niet toe.»

Wim Distelmans «Geregeld komen ouders met een doodziek kind naar ons toe omdat ze in andere ziekenhuizen, ook in Gent, niet worden geholpen. Soms zijn dat kinderen die in hun eerste levensdagen door het oog van de naald zijn gekropen: de artsen hebben hen, met al hun apparatuur, van een wisse dood gered. Maar de ouders zijn radeloos; ze zijn niet bij de beslissing betrokken, maar ze moeten wel met de gevolgen voortleven: een zwaar gehandicapt kind zonder vooruitzicht op verbetering. Vroeger overleden zulke kinderen bij hun geboorte, nu red je hun leven met de meest geavanceerde technologie en je creëert nieuw leed. Het gevolg is:

een ongemakkelijke schemerzone. Artsen die zulke radeloze ouders toch helpen, kunnen dat alleen als ze zich beroepen op een juridische noodtoestand: `Ik kan het lijden van de patiënt uitsluitend verlichten door zijn leven niet te beschermen.' Maar als er een klacht komt, moet een rechter oordelen. Wat acht hij, in moreel opzicht, het meest waardevol: het behoud van het leven van het zwaar gehandicapte kindje of het verlichten van zijn lijden? Zo'n oordeel blijft onvoorspelbaar. Een arts is bijzonder kwetsbaar, een protocol biedt meer rechtszekerheid.» Matthys «Als kinderarts heb ik begrip voor het Groningenprotocol, maar aangezien actieve euthanasie bij kleine kinderen in België wettelijk niet mag, kunnen we dit in de commissie voor medische ethiek van het UZ Gent niet aanvaarden. Er is trouwens een onderscheid tussen wetgeving en ethiek.»

Zwaar gehandicapt kind kwijnt jarenlang weg in gespecialiseerde instelling. Het moet nu ook sondevoeding krijgen. De ouders vragen de behandeling stop te zetten, het verzorgend personeel protesteert.

Matthys «Je hebt zwaar gehandicapte kinderen met aftakelingsziekten: ze ontwikkelen pijnlijke spasmen die hen verhinderen zelfstandig te eten. Ouders kunnen dat soms niet aanzien en noemen sondevoeding `een zinloze therapie': ze willen niet dat hun kind op die manier in leven wordt gehouden. Maar het personeel, dat door de dagelijkse omgang een emotionele band met het kind heeft ontwikkeld, begrijpt dat niet altijd. Als zij onze commissie voor medische ethiek om raad vragen, nemen wij geen standpunt in. We adviseren wel de ouders te volgen.»

Man van 40 heeft kwaadaardige tumor, die zich in de hersenen heeft vertakt. Een operatie is niet meer mogelijk. Na een tijd kan hij niet meer spreken. Hij reageert agressief en overleeft met behulp van sondevoeding. Een vriend schrijft in een wilsverklaring: `In zo'n geval wil ik euthanasie.'

Distelmans «Geregeld krijg ik patiënten over de vloer die, op grond van ervaringen met vrienden en familie, voor zichzelf beslissen: `In dat geval wil ik euthanasie.' Alleen, het kan iet: de wet laat het niet toe.

»Ik noem het `verworven wilsonbekwaamheid': mensen die, na een normaal leven, plotseling niet meer wilsbekwaam zijn. Ze kunnen niet meer spreken ten gevolge van een hersenbloeding, een beroerte of een auto-ongeval. Ze liggen niet in een coma, ze kijken en eten nog, maar je kan geen gesprek meer met ze voeren hun hersenen zijn voorgoed beschadigd. Zulke mensen hebben geen recht op euthanasie, ook niet als ze er van tevoren om hebben gevraagd.

»Het is niet logisch. Artsen zijn verplicht de therapie stop te zetten of de sondevoeding af te schakelen, als de patiënt daar vooraf een schriftelijke verklaring over heeft afgelegd. Als je niet meer zelfstandig kan eten of drinken en geen sondevoeding krijgt, ga je dood. Waarom kan je dan geen euthanasie krijgen? Het resultaat is krék hetzelfde. Daarom pleiten wij voor een uitbreiding van de wet op de euthanasie, op voorwaarde dat er een schriftelijke wilsverklaring bestaat.»

Een man met een genetisch verhoogd risico op dementie, zegt dat hij euthanasie wil als het zover is.

Patrick Cras (diensthoofd neurologie, voorzitter commissie medische ethiek UZ Antwerpen) «Ik zal mijn patiënt daarbij begeleiden, maar ik heb hem wel gewaarschuwd dat de ziekte hem zal veranderen: op een bepaald moment zal hij euthanasie níét meer noodzakelijk vinden. `Ik kan het me niet voorstellen,' zei hij. `Maar laten we het gewoon van tevoren regelen.' Het probleem is dat zoiets niet kan.

»Ik ben geen tegenstander van euthanasie in zulke gevallen, maar het blijft een moeilijke kwestie. In de paar keer dat ik erbij betrokken was, kwam het voor mijn gevoel telkens te vroeg.

» Distelmans «Mensen denken dat ze euthanasie zullen krijgen ze hebben het schriftelijk laten vastleggen maar als het zover zal zijn, zal het niet kunnen. `En bij Hugo Claus kon het wel!' zeggen ze dan. Maar Claus was nog helder en wilsbekwaam toen hij euthanasie liet uitvoeren. Hij wist drommels goed dat de wet geen euthanasie meer zou toelaten als hij volledig dement was. Dus redeneerde hij: `Mij niet gezien, ik vraag het van tevoren.' Dat is kafka, hè.

»Tegenstanders zeggen dat ze bang zijn voor misbruik. Welk misbruik? Artsen zijn sowieso niet geneigd euthanasie uit te voeren bij mensen die er nog gelukkig uitzien. Neem het van mij aan, weinig artsen zullen het doen bij een dementerende patiënt die nog glimlachend van een ijsje geniet. Maar wat met dezelfde patiënt één jaar later, als hij bedlegerig is en doorligwonden heeft?

»Ik heb veel respect voor mensen met dementie. Mijn vader is dement geworden, hij zou nooit om euthanasie hebben gevraagd. We hebben hem ook perfect verzorgd tot het einde. Als iemand met dementie zo wil eindigen, moeten wij die wens respecteren. Uiteraard. Maar als hij zelf beslist dat hij níét zo wil eindigen, waarom kan dat respect dan niet?»

Man ligt na ongeval in een vegetatieve coma. De familie blijft, tegen beter weten in, hopen op een plotseling ontwaken.

Schotsmans «Het Raadgevend Comité voor Bio-ethiek heeft tien jaar geleden geadviseerd: `Een arts moet durven te zeggen dat een behandeling nutteloos is. Hij moet daar ook naar handelen, zelfs al eisen familie en patiënt de voortzetting van de behandeling.' Mede dankzij het baanbrekende werk van Wim Distelmans zijn de geesten van de artsen daar stilaan rijp voor. Het lijkt vreemd op het eerste gezicht, maar Distelmans en ik een vrijzinnige arts en een theoloog zitten op dezelfde lijn. Wat is palliatieve zorg? Een mantel over het lijden leggen, het tegengaan van therapeutische verbetenheid.

»De kerk maakt al sinds de middeleeuwen het onderscheid tussen gewone en buitengewone middelen in de geneeskunde. Pius XII schreef in de jaren 50 van de vorige eeuw dat je, als het over het levenseinde gaat, ook rekening moet houden met de medische kostprijs. Alleen, Johannes-Paulus II heeft een grote uitglijder gemaakt toen hij zei: `Je moet vegetatieve patiënten, het koste wat het wil, in leven houden.' In de discussie over comapatiente Terri Schiavo heeft hij zich onder druk laten zetten door Amerikaanse right wing-groeperingen. Dat ging lijnrecht in tegen de traditie van de kerk. (Nadrukkelijk) De kerk zegt: als de behandeling nutteloos is, moet je stoppen.

»Een comapatiënt kan in principe nog ontwaken. We weten dankzij professor Steven Laureys van de universiteit van Luik dat de minimally responsive state bestaat. Het blijft wel onduidelijk wat zo'n staat inhoudt: wat weet, hoort of voelt een patiënt precies? Bij vegetatieve patiënten, bij wie uitsluitend de hersenstam nog werkt, is het duidelijk: hun toestand is uitzichtloos. Je moet hun voeding en vocht stelselmatig afbouwen.

»Mijn studenten vragen altijd: `Waarom geef je hen geen spuitje?' Simpel: het initiatief voor euthanasie moet van de patiënt zelf uitgaan. Als er geen wilsverklaring is, mag dat niet. Daar is iedereen het s over eens, en dat is maar goed ook: een arts is geen meester over leven en dood.

»Het laten uitdoven van een patiënt gebeurt zonder dat hij zich daarvan bewust is. Het verloopt zonder enig probleem: het lichaam heeft al aangegeven dat het niet verder wil een externe bron houdt het kunstmatig in leven. Toen men het lichaam van Terri Schiavo na haar dood onderzocht, bleek dat er niks meer in haar hersenen zat. Ze had daar ook al veertien jaar gelegen.»

Weduwe, eind 80, heeft milde variant van ziekte van Alzheimer. Haar zoon woont in het buitenland: ze heeft niemand op wie ze kan terugvallen. Ze verzoekt om euthanasie.

Cras «Ik heb met die vrouw en haar zoon meermaals en langdurig gesproken: ik heb euthanasie geweigerd. Het was niet de dementie die haar lijden veroorzaakte, maar haar hoge leeftijd en het feit dat ze heel wat dierbaren was verloren. Ze was levensmoe, zoals dat heet. Maar dat volstaat niet als motivatie voor euthanasie.

»Ik heb haar, met een gewogen advies, naar twee andere artsen doorverwezen. De tweede heeft de euthanasie uitgevoerd. Ik noem het een jezuïetenstreek van mezelf: ik kon het zelf niet aan, maar ik wist dat mijn collega's het wellicht wel zouden doen. Ik ben er niet trots op.»

Vrouw wordt na zware val opgenomen in woon- en zorgcentrum, waar ze niemand kent. Ze wil euthanasie.

Schotsmans «`Ik zit hier te wachten op de dood,' zei ze tegen mij. Ze zag niet in waarom ze nog zou socializen met de medebewoners, ze wilde er een einde aan maken.

»De wet laat euthanasie toe bij ondraaglijk psychisch lijden. Maar deze vrouw was helder en bewust, ze had geen zin meer in contact. Dat is toch van een andere orde? Ik heb het geval gekend van een vrouw: in haar jeugd slachtoffer van incest en mishandeling, depressief sinds haar 16de, de ene mislukte therapie na de andere op haar 34ste vroeg ze haar psychiater om euthanasie. Zoiets begrijp ik. Daar is de wet voor bedoeld. Maar helaas heb je nu ook mensen die, omdat ze alleen zijn en weinig om handen hebben, verkiezen er een einde aan te maken. Daar heb ik het moeilijk mee. En ik niet alleen, ik hoor stemmen opgaan in de geestelijke gezondheidszorg en de bejaardenzorg om euthanasie te beperken tot fysiek lijden. Misschien moeten we, in geval van psychisch lijden, meer gaan nadenken over medische begeleiding bij zelfdoding. »

Cras «In het Raadgevend Comité voor Bio-ethiek is de discussie gaande of euthanasie bij levensmoeheid moet kunnen of niet. Wat is dat? Is iemand die ontroostbaar is na het overlijden van zijn levenspartner levensmoe? En is euthanasie het enige antwoord dat we dan maatschappelijk kunnen bieden?

» Matthys «Is levensmoeheid een psychische aandoening? Een klassiek voorbeeld van euthanasie voor ondraaglijk psychisch lijden is een uitbehanVrouw wordt na zware val opgenomen in woon- en zorgcentrum, waar ze niemand kent. Ze wil euthanasie. delde depressie. Maar dat komt zelden voor, en je moet daar uitermate voorzichtig mee omgaan. Het gaat niet op om alle mensen die levensmoe zijn te euthanaseren. Voor je het weet, voer je een hedendaagse guillotine in.»

Man is al jaren manisch-depressief. Ondanks talloze opnamen in de psychiatrie slaagt hij er niet in de dwangmatige cycli van zijn leven te doorbreken. In een rustige periode verzoekt hij om euthanasie.

Distelmans «Manisch-depressieve patiënten zijn, in hun manische momenten, tot de meest onwaarschijnlijke dingen in staat: hun bankrekening plunderen, wekenlang in een vijfsterrenhotel logeren, verschillende auto's op één dag kopen. In die fase zijn ze niet wilsbekwaam, dat is duidelijk. Maar in momenten van depressie komen ze door hun uitputting terug naar de baseline, en zijn zewél wilsbekwaam. Dan kunnen ze bijvoorbeeld zeggen: `Ik beleef al dertig jaar lang waanzinnige hoogten en laagten, ik heb alles geprobeerd om die helse cyclus te doorbreken, inclusief psychiatrische opnamen, maar nu zit ik weer op die baseline, en ik weet dat ik over een paar weken weer vertrokken ben voor een duik in de diepte of een sprong in de hoogte.' Dat zijn mensen die in aanmerking komen voor euthanasie.

»In 2014 en 2013 zijn telkens 50 à 60 mensen geëuthanaseerd om psychiatrische redenen. Uitbehandelde gevallen: depressie, borderline, autisme. Doorgaans zijn ze nog niet oud, maar ze lijden al lang. Ze horen niet in deze wereld thuis, vinden ze: `Al mijn relaties mislukken.' Twintigers en dertigers, van kindsbeen medisch opgevolgd, een geschiedenis van verscheidene instellingen hun ouders waren oorspronkelijk radicaal tegen euthanasie, maar uiteindelijk stemden ze er toch mee in omdat het niet meer te doen was.

Man is al jaren manisch-depressief. Ondanks talloze opnamen in de psychiatrie slaagt hij er niet in de dwangmatige cycli van zijn leven te doorbreken. In een rustige periode verzoekt hij om euthanasie.

»Nogmaals, het gaat om een kleine groep 50 à 60 patiënten maar het is geen verwaarloosbaar aantal: 2 à 3 procent van de 1.924 mensen die vorig jaar werden geëuthanaseerd.

»We dringen erop aan dat de euthanasie plaatsvindt in aanwezigheid van de familie. Dat is aangenaam voor de patiënt, en voorde familie maakt het de verwerking achteraf makkelijker: ze weten dat het de wil van de patiënt was. Maar heel wat psychiatrische patiënten komen uit disfunctionele gezinnen, en spreken een veto uit tegen de aanwezigheid van bepaalde familieleden: `Zij zijn de oorzaak van mijn miserie.' Dat moet je respecteren.

»Bij ULteam (Uitklaring Levenseindevragen-team, red.) hebben we, sinds ons ontstaan drie jaar geleden, zo'n 400 aanvragen voor euthanasie gekregen. Slechts een fractie leidt tot euthanasie. Het belangrijkste is dat we mensen au sérieux nemen dat verlengt heel wat levens. Mensen met mislukte suïcidepogingen zijn blij dat we luisteren naar hun wens om waardig te vertrekken: `Ik beloof u dat ik niet meer voor een trein ga liggen.'

»We krijgen ook vragen van buitenlandse patiënten. Meer en meer mensen weten dat euthanasie in België kan. Maar euthanasietoerisme zal het nooit worden. Dit gaat over ernstig zieke en vaak ook wat oudere mensen. Vragen van buitenlandse psychiatrische patiënten wimpelen we doorgaans af, omdat we hen onvoldoende kunnen begeleiden.

»Ik heb veel geleerd bij ULteam. Ik was mij er niet van bewust hoeveel mensen lijden ten gevolge van een psychiatrische ziekte. Ondraaglijk lijden, jazeker. Sommigen lijden aan verscheidene ziektes tegelijk: depressie én borderline én autisme mensen zien wat af.» Cras «Euthanasie bij psychiatrische patiënten blijft moeilijk. Laatst vroeg een dame met een ernstige psychose om euthanasie. Ik heb geweigerd omdat ze de vraag gebruikte als een hefboom om gunsten van haar zorgverleners te bekomen. Je kan je wel afvragen of zo iemand wilsbekwaam is. Ik pleit voor de grootste voorzichtigheid, omdat doodsverlangen een wezenskenmerk kan zijn van mensen met een depressie.»

Schotsmans «Veel psychiaters willen geen euthanasie uitvoeren. `Het gaat in tegen de aard van mijn beroep,' zeggen ze. `Ik begeleid patiënten bij hun zoektocht naar de zin van het leven.'

»Psychiaters stellen voor om euthanasie in geval van ondraaglijk psychisch lijden te vervangen door hulp bij zelfdoding. René Stockman, generaal-overste van de Broeders van Liefde, heeft geprobeerd zijn psychiaters te verbieden euthanasie uit te voeren in zijn instellingen. De psychiaters zijn daar niet in meegegaan het was geen oplossing. Met zo'n verbod gaan mensen zich weer voor de trein gooien. `Nee,' zeiden de psychiaters, `laten wij, als de patiënten tóch euthanasie willen, hulp bieden bij zelfdoding.'»

Distelmans «In minder dan 1 procent van de euthanasiedossiers in België drinkt de patiënt nu al het dodelijke drankje zélf leeg. Dat kan, als de patiënt erom vraagt. De arts blijft wel in de kamer en behoudt de medische verantwoordelijkheid: als het fout gaat het duurt te lang of de patiënt ontwaakt uit zijn coma belooft hij het af te ronden.

»Dat is niet hetzelfde als in Zwitserland, waar je geen euthanasiewet hebt. De arts geeft er een dodelijk drankje aan de patiënt, verdwijnt uit het appartement en komt pas terug als de patiënt overleden is.»

Mail van een volwassen vrouw uit Duitsland: `Ik wil in België mijn organen doneren om er te kunnen sterven.'

Cras «Dat hebben we vriendelijk geweigerd. Normaal voeren we geen euthanasie uit bij buitenlandse patiënten, waarom zouden we dat dan wel doen als ze hun organen afstaan? Orgaandonatie mag geen glijmiddel worden om euthanasie te krijgen.

»Tussen haakjes: vooral neurologen en psychiaters worden met dit soort vragen geconfronteerd. Iemand met een neurologische ziekte kan voor de rest perfect gezonde organen hebben. Dat zijn mogelijk goede donoren. Je kan zelfs medicatie toedienen voor het sterven om te zorgen dat die organen beter bewaard blijven. Een patiënt die aan kanker overlijdt, is zelden een goede donor doorgaans heeft de uitzaaiing van de kanker zijn organen aangetast.

»Bijkomend probleem is dat je met een buitenlandse patient ook geen medische relatie hebt. Je moet je patiënten toch kennen.Ik geef toe: ik heb ook al euthanasie uitgevoerd in de plaats van collega's die zich onzeker voelden bij een patiënt met een zware neurologische aandoening. Ik kende de patient amper. Maar iemand die als toerist naar ons land komt om te sterven en in ruil zijn organen wel wil afstaan, is voor mij een stap te ver.

»De vraag is of je als arts zélf orgaandonatie mag voorstellen als een patiënt verzoekt om euthanasie. Eén keer heb ik het gedaan. Een paar uur later had die patiënt al geblogd: `Ik ga volgende week mijn organen afstaan.' (lacht) Toen hebben we met de transplantchirurgen afgesproken dat we orgaandonatie nooit als een optie aan patiënten voorstellen. Om te vermijden dat het zou meespelen in de beslissing om de euthanasie al dan niet uit te voeren.» Distelmans «Orgaandonatie na euthanasie moet kunnen, maar een patiënt mag het niet als pasmunt gebruiken om euthanasie te krijgen. Om belangenvermenging te vermijden, moet het euthanasieteam onafhankelijk werken van het chirurgisch team dat de organen wegneemt.

»Het is delicaat, maar artsen mogen orgaandonatie suggereren aan iemand die om euthanasie verzoekt. Omdat de patiënt recht heeft op alle beschikbare informatie. Hij moet dan kiezen wat hij wil. Je moet ook benadrukken dat ze op élk moment nog van gedachte mogen veranderen.

» Cras «Niet zo lang geleden zei een MS-patiënt: `Ik zou best mijn organen willen afstaan, maar ik ga er niet aan beginnen. Het is te omslachtig.' Ik begrijp dat. Dan moet je sterven in het operatiekwartier, omdat de oogst van de organen snel en correct moet kunnen gebeuren.

»Als iemand in zo'n geval sterft, gebeurt dat in het bijzijn van zijn familie en drie artsen die de dood vaststellen. Daarna, na de no touch-periode, verdwijnen familie en artsen, en nemen transplantchirurgen het over. Dat hebben we hier al vier keer gedaan, ook in Leuven en Luik gebeurt het af en toe. Alles bij elkaar zijn het tien à vijftien gevallen, maar daar wordt weinig ruchtbaarheid aan gegeven.

»Het blijft een delicate kwestie, die veel vragen oproept: welke patiënten komen in aanmerking voor orgaandonatie na euthanasie? Hoe kan je garanderen dat het verzoek om euthanasie niet wordt beinvloed door de mogelijkheid van orgaandonatie? In het verleden hebben we meegemaakt dat de beoordeling van de geschiktheid van organen al gebeurde op het moment dat het verzoek om euthanasie nog niet was ingewilligd. Voelt een patiënt zich op zo'n moment nog vrij om euthanasie te weigeren? Zijn er extra garanties nodig om belangenvermenging tussen transplantchirurg en euthanaserende arts te voorkomen? Enfin, u ziet: vragen genoeg.»

Vrouw van 33 is al twintig jaar lang depressief. Geen enkele behandeling sorteert effect. Ze wil euthanasie. En ze wil ook haar organen afstaan.

Cras «Een pijnlijke kwestie, die jammer genoeg op vervormde wijze de media heeft gehaald. Op een gegeven ogenblik wordt de commissie op de hoogte gebracht van de geplande euthanasie van een jonge vrouw. Ze klopt hier aan bij de transplantchirurg, omdat ze weet dat hij open staat voor orgaandonatie na euthanasie. Ze wil weten wat de mogelijkheden zijn. Maar de commissie moet daar eerst een advies over geven.

»Er is een probleem: er is geen formeel advies van de artsen die oorspronkelijk bij het verzoek om euthanasie betrokken waren. Eén is met vakantie, een ander noemt de patiënt beslissingsbekwaam. Maar dat volstaat niet: je moet, volgens de wet, ook nagaan of de toestand uitzichtloos is en het lijden ondraaglijk en of er geen alternatieven zijn. Een derde arts stemt wel met het verzoek in, maar van die arts is bekend dat hij met elk verzoek om euthanasie instemt.

»Bon, de ethische commissie dringt aan op overleg onder de betrokken artsen. Ze mailen met elkaar. En wat blijkt uit dat mailverkeer? Het initiatief voor orgaandonatie kwam niet van de patiënte zelf, maar van één van de artsen. Tegelijk zette de patiënte druk: zewilde dat de euthanasie zo snel mogelijk zou worden uitgevoerd, ondanks het uitblijven van formele adviezen van de artsen. De ethische commissie gaf `een voorlopig negatief advies', ook omdat de patiënte nog geen arts uit dit ziekenhuis had gezien. En in dit operatiekwartier moest het wel gebeuren: de euthanasie én de donatie. Een arts kan niet met euthanasie instemmen voor hij een patiënt heeft gezien.

»Euthanasie kan niet eentwee-drie. Patiënten die ondraaglijk lijden, richten een verzoek aan een arts. Een arts beslist autonoom of hij daarop ingaat. In geen geval doet hij dat onder dwang van een patient of een andere arts. Nee, hij ziet erop toe dat aan alle zorgvuldigheidsvoorwaarden is voldaan. Dat was niet het geval.

»Jammer genoeg is die vrouw kort daarop thuis overleden zonder afstand van haar organen. Wij hebben daar kritiek op gekregen: wij zouden een nieuwe behandeling aan haar hebben voorgesteld. We zouden haar in de steek hebben gelaten. Nonsens. Soms denk ik: laat een procureur zo'n zaak maar eens onderzoeken. De grens van de wettelijke euthanasie dreigt flou te worden. Dankzij onze wet is euthanasie gelukkig bespreekbaar geworden, maar de laatste tijd worden de grenzen toch wel afgetast.»

 

Multinationals versus de staat: u betaalt.

Laten we het, nu de verkiezingen

achter de rug zijn, eens hebben over

de echte macht.

Er is iets wat maar weinig mensen weten: grote bedrijven kunnen honderden miljoenen tot zelfs miljarden euro’s schadevergoeding eisen van staten, wanneer ze vinden dat die hun belangen schaden. Of ze dat geld ook krijgen, beslissen drie arbiters in een arbitragetribunaal. Dat zijn geen rechters, maar vaak zakenadvocaten of academici. ‘Een kleine club toparbiters regeert de wereld achter gesloten deuren,’ zegt een expert. ‘En hun schaduwrechtspraak dreigt de democratie te ondermijnen.’ Eén van die toppers is een Belg, Bernard Hanotiau (66). ‘Of ik zenuwachtig word als ik mee moet beslissen of een land een paar miljard aan een multinational moet betalen of niet? Nee. Ik slaap zéér goed.’

Nathalie Carpentier (mei 2014, HUMO)

September 2012. ‘Ping An klaagt België aan in Fortiszaak’, kopte The Financial Times. Na de nationalisering van Fortis in 2008 boekte de Chinese verzekeraar, destijds de grootste aandeelhouder van de bank, bijna 3,6 miljard dollar verlies. Ping An hield de Belgische overheid daar grotendeels voor verantwoordelijk en wou compensatie, maar kreeg aanvankelijk nul op het rekest.

Bijna vier jaar na de val van Fortis dook Ping An weer op, en hoe. Via een schadeclaim bij het International Centre for Settlement of Investment Disputes (ICSID), het arbitragetribunaal van de Wereldbank, hoopte het bedrijf dat verlies alsnog te re- cupereren. Het ICSID behandelt geschillen tussen investeerders en staten. Het was de eerste keer dat een bedrijf uit China langs die weg een West-Europees land aanviel.

De primeur van The Financial Times kreeg maar weinig aandacht in onze kranten. ‘Heel vreemd,’ vond Marc Maes, ex- pert bij 11.11.11, die het arbitragesysteem al jaren volgt. ‘Alsof het om een bagatel ging. Terwijl het potentieel over bijna 2 miljard euro belastinggeld gaat dat België moet betalen.’

Het zal niet koelen zonder blazen. Ping An beroept zich op een investeringsverdrag tussen België en China. Zo zijn er duizenden verdragen, doorgaans afgesloten tussen industrie- landen en ontwikkelingslanden. Verontrustender is de ‘investeringsarbitrage’ die in de meeste verdragen is voorzien. Dat beschermingsmechanisme geeft bedrijven het recht een land eenzijdig voor een internationaal arbitragetribunaal te dagen, als ze vinden dat een land of een wetswijziging hun belangen – of hun winsten – schaadt. In het tribunaal zetelen drie arbiters, die de zaak achter gesloten deuren behandelen. Het tribunaal is géén rechtbank, de arbiters – vaak zakenadvocaten – worden per zaak aangesteld. De investeerder kiest één arbiter, de staat een tweede. En samen kiezen die twee een derde tot voorzit-

27 MEI 2014

ter. Zij beslissen en tegen hun vonnis is geen beroep mogelijk. Ook een nationale rechtbank vermag er niets tegen.

Ping An maakt wel degelijk kans. Marc Maes: ‘Die verdragen zijn altijd streng geweest voor landen, maar gunstig voor bedrijven. Dat is historisch gegroeid: via die verdragen wilden Europese landen vroeger hun investeerders in het buitenland beschermen tegen potentieel corrupte of nationalistische regeringen in dat gastland. Werden ze daar oneerlijk behandeld of onteigend, dan kon de westerse investeerder compensatie vragen bij een neutraal tribunaal. De rechtbanken in het gastland zelf werden gezien als te traag, niet neutraal of potentieel corrupt. Daarom was de redenering: hoe minder rechten voor de overheid in het gastland, hoe meer voor de westerse investeerder, hoe beter.’

Zeer kortzichtig, aldus Maes: ‘Die verdragen zijn bilateraal. Maar wie had gedacht dat Indiërs, Afrikanen of Chinezen ooit in Europa zouden inves- teren en die akkoorden tegen óns zouden gebruiken?’ Blijkbaar niemand. Zo verwerden de verdragen tot een ‘ legal monster that lets big companies sue countries’, zoals The Guardian het omschreef. En dat monster bijt steeds vaker op plaatsen waar niemand het had verwacht.

EENRICHTINGSVERKEER

Toen Duitsland na de nucleaire ramp in Fukushima besliste de kernuitstap te versnellen, dien- de het Zweedse energiebedrijf Vattenfall prompt een schadeclaim van 3,7 miljard euro in voor ‘verloren winsten’ bij zijn kernreactoren. Drie jaar eerder deed Vattenfall dat ook al na een nieuwe Duitse milieurichlijn. Toen plooide Duitsland.

Of neem Uruguay, waar de regering – bezorgd om het extreem hoge aantal rokers – bui- tenmaatse waarschuwingen op pakjes sigaretten liet zetten en de reclame voor tabak drastisch beperkte. De Wereldgezondheidsorganisatie prees Uruguay, maar Philip Morris daagde Uruguay voor het tribunaal. Later deed het dat ook met Australië. Daar had de regering beslist dat alle sigarettenpakjes er voortaan hetzelfde zouden uitzien: allemaal grauw en afschrikwekkend.

In 1997 eiste het Amerikaanse bedrijf Ethyl Corporation 250 miljoen dollar van Canada vanwege een verbod op MMT. Ethyl Corporation produceer- de MMT, een toxisch addictief in benzine dat schadelijk is voor de volksgezondheid. Het bedrijf argumenteerde dat het verbod hen de facto ‘onteigende’. Canada trok de wet in en betaalde Ethyl Corporation 13 miljoen euro.

Vorig jaar eiste het Franse bedrijf Veolia 82 miljoen dollar van Egypte. Veolia voelde zich unfair behandeld door nieuwe arbeidswetten in Egypte, die onder meer de minimumlonen verhoogden.

Vier voorbeelden, één con- stante: telkens maakt een buitenlands bedrijf gebruik van een handelsverdrag van zijn vaderland met het gastland om daar milieu- of gezondheids- maatregelen, sociaal beleid of mensenrechten aan te vallen die het bedrijf niet zinnen.

Investeringsarbitrage is een gevaarlijke anomalie in het internationaal recht, vindt professor Gus Van Harten van de York University in Canada, gespecialiseerd in de materie. ‘Grote bedrijven kunnen zo een overheid voor een internationaal tribunaal dagen, zonder eerst langs een nationale rechtbank te moeten. Niemand anders heeft dat recht.’ Bovendien is het eenrichtingsverkeer. ‘Bedrijven kunnen een enorme schadevergoeding – belasting- geld dus – krijgen van een land, maar een land kan nooit een claim indienen tegen een bedrijf dat zich heeft misdragen.’

Net omdat er immense be- langen op het spel staan, is het absurd om dergelijke zaken aan een arbitragetribunaal over te laten, vindt Van Harten. ‘Er wordt beslist over de meest essentiële juridische kwesties – publiek beleid, honderden miljoenen euro’s belastinggeld – op een plaats die géén rechtbank is, door mensen die géén rechters zijn. Die arbiters zijn totaal vrij om een beslissing te nemen zonder enige gerechtelijke controle.’

Hun macht is ongezien, vindt hij. ‘Elke beslissing van een parlement, een regering, de Euro- pese Commissie of zelfs het Europees Hof van Justitie kan herroepen worden door die drie privépersonen. Die procedure kan het democratische proces verwerpen zonder enige garantie van juridische onafhankelijkheid. Om een voorbeeld van hun macht te geven: anderhalf jaar geleden werd een schadevergoeding van 1,37 miljard dollar opgelegd aan Ecuador. ‘Eén van de arbiters leek dat wat veel, hij vond 800 miljoen dollar wel genoeg. Of een soeverein land 600 miljoen dollar meer of minder van zijn belastinggeld moet spenderen, hangt dus af van de stem van één persoon. En er is geen mogelijkheid om in beroep te gaan.’

SCHADUWRECHTSPRAAK

Steeds meer bedrijven vinden de weg naar het arbitragetribunaal. Tot 1996 telde het tribunaal bij de Wereldbank – niet het enige tribunaal, maar wel het meest gebruikte – in totaal 38 claims van bedrijven. In 2012 was dat al opgelopen tot 512. Waar bedrijven vroeger honderden miljoenen eis- ten, lopen steeds meer claims nu in de miljarden.

Daarbij kiezen ze hun vaderland soms erg ruim. Zo is Nederland erg geliefd bij multinationals om van daaruit via allerlei postbusbedrijfjes claims in te dienen, zo bleek uit een artikel van De Correspondent, een online journalistiek medium. Van Harten: ‘Voor grote multinationals kunnen handelsverdragen zelfs een globale strategie zijn. Ze kunnen ze gebruiken om in een land wetgeving aan te vallen die hen niet zint. Winnen ze, dan rinkelt de kassa. Verliezen ze, dan heeft zo’n claim toch een afschrikeffect op andere landen. Kijk naar wat Philip Morris doet met Australië en Uruguay.’

‘De zaak van Ping An tegen België is ook een interessante evolutie. Moet een land dat in volle financiële crisis een pijnlijke reorganisatie doorvoert, er rekening mee houden dat er een gigantische schadeclaim in de lucht hangt? Met dat zwaard van Damocles boven je hoofd denk je wel twee keer na voor je iets doet, want het is heel moeilijk te voorspellen hoe arbiters zullen oordelen.’ En een schadeclaim kan van overal komen.

Dat het systeem standhoudt, heeft ook te maken met de zich- zelf dienende ‘arbitrage-indus- trie’ die is ontstaan, zegt Cecilia Olivet, auteur van een rapport daarover van de ngo Transnati- onal Institute. ‘Die wordt gedomineerd door een kleine groep van advocatenkantoren en arbi- ters. Veel arbiters zetelen maar een paar keer, maar een twintigtal toparbiters zetelt in meer dan de helft van alle zaken. Zij oordelen over dossiers die miljoenen mensen aanbelangen, ze moeten aan niemand verantwoording afleggen en ze verdienen daar ook nog eens véél geld mee.’

‘Kortom,’ zegt Gus Van Harten, ‘een handvol arbiters regeert de wereld. Het is een soort schaduwrechtspraak waarvan alleen bedrijven voordeel hebben.’

KERNMAFFIA

Een arbiter die tot de top in de investeringsarbitrage wordt gerekend, is een Belg: Bernard Hanotiau (66). De professor emeritus van de UCL werkte als zakenadvocaat, en sinds jaren

120 / HUMO
DE SCHADUWRECHTER_p118 120-121

ook als arbiter. Hij werd in 2011 door het vakblad Global Arbitration Review verkozen tot Arbiter van het Jaar. Hij werkt in Brussel, Singapore, Washington en Parijs, maar zetelt ook in Genève, Dubai en Seoel. Hij ontvangt ons hartelijk in zijn kantoor op de negende verdieping van de IT-toren aan de Louizalaan, die hoog uittorent boven het chiquere deel van Brussel.

Hanotiau verdeelt zijn tijd tussen commerciële internationale arbitrage – geschillen tussen bedrijven – en investeringsarbitrage, waarbij bedrijven schadevergoeding eisen van landen waar ze investeren. ‘Alles samen meer dan een fulltimejob. Ik ben begonnen als een doodgewone advocaat, en door hard te werken heb ik mijn reputatie opgebouwd. Nu moet ik zaken weigeren.’


HUMO Is het niet vreemd dat slechts een kleine groep meer dan de helft van alle investeringsclaims behandelt?
Bernard Hanotiau
«Arbitrage steunt op vertrouwen. Na een tijd weten mensen dat je erg betrouwbaar bent, dat je een vonnis velt binnen een redelijke termijn en alles professioneel aanpakt. En hoe ouder je bent, hoe meer zaken je krijgt.»

HUMO Waarom?
Hanotiau
«Mensen vertrouwen senior arbiters met veel ervaring. Soms zit ik samen in een tribunaal met tachtigplussers.»

HUMO Moeten arbiters niet met pensioen?
Hanotiau
«Fysiek en mentaal zijn die nog prima in vorm. En ze vinden hun job geweldig.»

HUMO Een collega van u, Toby Landau...
Hanotiau
«Die behoort ook tot de top.»
 

HUMO ...omschreef de superarbiters onder de arbiters ooit als ‘niet gewoon de maffia, maar de kernmaffia’.
Hanotiau
(blaast) «Ik moet erkennen dat het een kleine club is, maar ik zie niet wat daar mis mee is. Natuurlijk zullen buitenstaanders die graag bij de club zouden horen, kritiek geven dat het niet gezond is dat een kleine groep veel grote zaken afhandelt. Maar dat is het leven. Sommige artsen zijn overwerkt en anderen zijn werkloos. Het is een kwestie van competentie en professionalisme.»

HUMO Je zou ook kunnen zeggen: het is een select clubje dat extreem veel macht heeft.

Hanotiau «Ik bekijk dat niet als macht. Ik kijk enkel naar de zaak die voorligt. Ik hou gewoon van mijn werk.»

HUMO Als drie mensen kunnen beslissen of een land aan een bedrijf honderden, soms zelfs miljarden euro’s moet betalen of niet, hebben die dan niet veel macht?

Hanotiau «Je zou het zo kunnen bekijken, maar ik doe dat niet. Hetzelfde geldt toch ook voor een rechter?»

HUMO Een rechter heeft een ander statuut. U bent een privépersoon, u hebt een mandaat omdat u aangeduid werd door één van beide partijen.
Hanotiau
«Arbitrage is ook bij wet geregeld. Het is een alternatieve manier om een geschil te beslechten en het is erkend door elk internationaal rechtssysteem. In plaats van naar de rechtbank stap je naar private arbiters. Een arbitraal vonnis is overal erkend én afdwingbaar, en soms makkelijker te verkrijgen dan een vonnis van de rechtbank.»

HUMO De Spaanse arbiter Juan Fernandez-Armesto zei ooit dat het hem bleef verbazen dat ‘soevereine staten überhaupt ingestemd hebben met investeringsarbitrage. Drie privépersonen krijgen de macht toevertrouwd om, zonder enige beperking of beroepsmogelijkheid, alle acties van de regering, alle beslissingen van de rechtbanken en alle wetten van het parlement te herzien.’ Hij is geen outsider.

Hanotiau «Dat klopt, maar vergeet niet dat de landen zélf die bilaterale verdragen afsluiten met andere landen, waarin ze in de mogelijkheid voorzien om bij een geschil met een investeer- der naar het arbitragetribunaal te stappen in plaats van naar de rechtbank.

»Dat is ook nodig. Kijk naar Oekraïne. Dat was niet alleen een dictatuur, de president en zijn familie bezaten ook veel bedrijven. Wat als een buitenlandse investeerder daar plots te veel winst zou boeken en ze hem zouden beginnen tegen te werken? Als Oekraïne arbitrage aanvaardt als de finale oplossing voor dat geschil, dan kan de investeerder dat tenminste aan- klagen.»

HUMO Misschien realiseerden democratische landen zich niet dat het zich als een boemerang tegen hen kon keren? Dat investeerders in hun land ook hén konden aanklagen?

Hanotiau «Het is goed mogelijk dat landen niet beseften hoe verregaand de garanties voor buitenlandse investeerders in hun eigen land konden zijn. Als je een huwelijkscontract met iemand afsluit, besef je soms ook de omvang van dat engagement niet.»

HUMO Landen kunnen ook enorme schadeclaims krijgen als ze een beleid voeren dat het algemeen belang dient, maar toevallig ook de particuliere belangen van een bedrijf aantast. Dat is toch intimiderend?

Hanotiau «Als een land maatregelen treft die nadelig zijn voor een investeerder, maar die wél gerechtvaardigd zijn vanuit het algemeen belang, dan zal een land niet veroordeeld worden op basis van die ene maatregel. Dat is heel duidelijk.»

HUMO Uit analyses blijkt nochtans dat de helft van alle investeringsclaims van bedrijven tegen algemeen beleid in een land gericht zijn.

Hanotiau (blaast) «Dat zou mij verbazen. Weet u, niet alles wat daarover geschreven wordt, klopt. Je moet een onderscheid maken tussen wat buitenstaanders zeggen, en mensen zoals Armesto, die weten waar ze het over hebben. Je hebt ook veel advocaten die gefrustreerd zijn omdat ze geen arbiter zijn en die daarom het systeem bekritiseren. Arbitrage is erg belangrijk geworden. Dan heb je altijd voor- en tegenstanders.»

HUMO Concreet dan: het Zweedse energiebedrijf Vattenfall klaagt Duitsland aan omdat het schade zegt te lijden door de versnelde kernuitstap na de ramp in Fukushima.

Hanotiau «Mijn partner is arbiter in die zaak. Je kan een zaak niet beoordelen als je enkel de samenvatting van één pagina hebt gezien en niet alle documenten en tussenkomsten hebt gelezen. De zaak Vattenfall is ook nog hangende.

»Ik respecteer het werk van journalisten, maar vaak is het onmogelijk om te oordelen op basis van beperkte informatie. Doorgaans is de situatie veel ingewikkelder. Trouwens, uit analyses blijkt ook dat landen vaak winnen bij arbitrage. Het is niet zo dat investeerders altijd aan het langste eind trekken.»

HUMO Inderdaad, maar alléén bedrijven kunnen schadeclaims eisen, landen kunnen enkel betalen, schikken of – in het beste geval – niets betalen.

Hanotiau «Ja, maar nogmaals: volgens die verdragen liggen de plichten bij de landen, niet bij de investeerders. Die laatsten investeren in een land en krijgen in ruil een aantal garanties: dat ze fair en billijk worden behandeld en niet worden onteigend.

»Het gebeurt dat een dictator een succesvol buitenlands bedrijf aan zijn zoon wil geven en met hulp van het rechtssysteem in zijn land de investeerder onteigent. Dan verliest de investeerder alles. Dit systeem kan hem dan beschermen.»

HUMO Nu verwijst u weer naar dictators. Er zijn ook al claims ingediend tegen Duitsland en Canada, toch geen dictaturen.

Hanotiau «Zijn er veel zaken aangespannen tegen Canada? Misschien. Maar zulke verdragen worden ook vandaag nog afgesloten, omdat landen daar voordelen in zien. Zo kunnen ze ook investeerders aantrekken. Landen kunnen ook beslissen om zich uit dat systeem terug te trekken. Als politici dat voorleggen aan het parlement, kan het democratische proces zijn gang gaan. Evengoed wordt een zaak die een investeerder aanspant tegen een land, ge- seponeerd als er geen grond voor is.»

HUMO Begrijpt u dat mensen vinden dat dat eenrichtingssysteem, waarbij bedrijven landen kunnen aanklagen, de democratie ondermijnt?

 

Hanotiau «Nee. Vindt u dat de democratie op het spel staat als een buitenlandse investeerder aanklaagt dat hij in Turkmenistan wordt onteigend omdat de president het bedrijf wil trans- fereren naar zijn zoon? Wel, ik vind het net democratisch dat die investeerder dat kan.»

 

HUMO Wat met de claim die België heeft ontvangen? De Chinese verzekeraar Ping An eist een schadevergoeding voor de nationalisering van Fortis.

Hanotiau «Ik ben benaderd om deel uit te maken van het team advocaten van Ping An, maar ik heb geweigerd. Ik kan er niets over zeggen, ik weet er te weinig over. Die zaak is hangende.»

HUMO Waarom hebt u geweigerd?

Hanotiau «Omdat ik niet meer als advocaat werk. En ik zou het ook moeilijk hebben om op te treden in een zaak tegen mijn vaderland. Dat gaat ook over onafhankelijkheid.»

HUMO De onafhankelijkheid van arbiters staat ter discussie. De meesten hebben een achtergrond als zakenadvocaat voor grote bedrijven en sommigen zijn nu eens arbiter, dan weer advocaat in een zaak. Alsof voetballers tijdens de wereldbeker af en toe ook scheidsrechter zouden zijn.

Hanotiau «Belangenconflicten zijn een belangrijk onderwerp waarover we in verschillende beroepsorganisaties discussiëren. Het is niet eenvoudig. In ons kantoor hebben we beslist om alleen nog te zetelen als arbiter, en niet meer als advocaat.»


HUMO De voormalige procureur-generaal van Singapore...

Hanotiau «Dat is een goede vriend.»


HUMO ...verwees in een speech naar de ‘ondernemersarbiter die er belang bij heeft om ruim te oordelen in het voordeel van de investeerder, omdat dat meer zaken oplevert’.

Hanotiau (windt zich op) «Ik discussieer vaak met hem, maar hier ben ik het helemaal niet mee eens. Omdat het niet waar is. Als ik oordeel in een zaak, voel ik mij totaal onafhankelijk. Ik ben niet voor investeerders, ik ben niet voor staten, ik ben voor gerechtigheid. Ik heb al claims van grote bedrijven geseponeerd. Totale onafhankelijkheid is het geheim van mijn succes.»

HUMO Om onpartijdigheid te garanderen, heb je volgens critici een onafhankelijk rechtssysteem met rechters nodig met een vast, bescheidener loon.

Hanotiau (lacht) «In Singapore doen ze net het tegenovergestelde: daar verdienen rechters het meest van iedereen, net om ervoor te zorgen dat ze onafhankelijk zouden zijn. Weet u: overal ter wereld vind je corruptie bij rechters. In sommige landen in Oost-Europa en Azië zijn ze allemaal corrupt.»

HUMO Wat maakt dan dat u en andere arbiters daar immuun voor zouden zijn? Hanotiau (windt zich op) «U lijkt te insinueren dat er corruptie is zodra er geld mee is gemoeid.»

HUMO Nee, maar waarom zouden rechters wel gevoelig zijn voor corruptie en arbiters niet?

Hanotiau «In West-Europa geldt dat zeker niet, maar rechtersindictaturen, die ten dienste staan van de president en niet van de staat, en die ook nog slecht betaald worden...»

HUMO U krijgt 3.000 dollar per dag dat u zetelt. Plus onkosten.

Hanotiau «Is het 3.000 dollar? Zoiets, waarschijnlijk. Maar ik kan u zeggen dat wij dat heel, heel weinig vinden. Bij commerciële arbitrage krijgen we veel meer.»

HUMO Hoeveel dan?

Hanotiau «Als je per uur werkt, is het internationale tarief nu ongeveer 500 euro per uur voor een arbiter. De advocaten krijgen nog een pak meer. Een écht goede advocaat in het Verenigd Koninkrijk rekent ongeveer 25.000 euro per dag aan.»

HUMO Maar 3.000 dollar per dag vindt u dus weinig?

Hanotiau «Misschien niet weinig, maar aan de lage kant als je het vergelijkt met wat elders gangbaar is. Ik doe dit omdat ik het graag doe. Geld is niet de enige stimulans. Dan was ik wel hedgefondsmanager geworden.»


HUMO Nu hebt u beide: u verdient stevig én het is boeiend werk.
Hanotiau
«Ja. Vergeet niet dat ik van nul af aan ben begonnen. Er waren geen advocaten in mijn familie, ik had geen hulp, ik heb alles zelf opgebouwd. Tot mijn veertigste verdiende ik weinig. Dus ik vind het niet erg om nu meer te verdienen.»

HUMO Als ik even mag rekenen, dan haalt u qua jaarloon toch vlot wat Johnny Thijs bij bpost maximaal mocht verdienen.

Hanotiau «Die ken ik niet. Maar wij betalen wel 60 procent belastingen, hè.


HUMO Het blijft een pak meer dan de eerste minister van een land. Vindt u dat normaal?

Hanotiau «Ik vind dat eerste ministers slecht worden betaald. Ik heb in de VS gewoond. Iemand die daar 2 dollar per dag verdient, hoopt ooit evenveel te krijgen als zijn buurman, die een stuk meer heeft. Dat is daar de mentaliteit. Als je in België veel verdient, oogst je altijd kritiek. Terwijl je vaak veel van jezelf hebt geïnvesteerd. Als je tot de top in je gebied behoort, mag je veel verdienen.»

HUMO In een vakblad stond dat het van belang is de ongeschreven regels van het spel te kennen. ‘Jij moet de rechter kennen en hij moet jou kennen.’

Hanotiau «Niet dat ik weet. Mensen hebben reputaties – pro of contra investeerders. En ik kan u van alle grote namen – arbiters en advocaten – een profiel schetsen. Ze zijn niet bevooroordeeld. Ze zijn misschien intellectueel geneigd om de verplichtingen van een land ruimer te interpreteren of andersom, maar ze zijn wel eerlijk. En ik ben blij dat ze mij bij geen van beide categorieën rekenen.

»Wacht, dit zal u interesseren. Weet u wat een ex-medewerkster die intussen in een groot advocatenkantoor in de VS werkt, daar de eerste zes maanden moest doen? Een databank aanleggen met profielen van álle arbiters. In hoe- veel zaken ze hadden gevonnist, hoe ze hadden gevonnist. Zodat ze bij een specifieke zaak in de database kunnen zoeken naar de arbiter die het voor hen voordeligste profiel heeft. In de VS doen ze behalve arbitershopping zelfs aan forumshopping: ze spannen de zaak aan voor het rechtssysteem dat hen het best uitkomt. Het hoort erbij.»

HUMO En u vindt dat geen probleem?
Hanotiau
(denkt na) «Mensen zullen altijd de informatie die ze ter beschikking hebben in hun voordeel proberen te gebruiken. Waarschijnlijk doen staten hetzelfde. Er is één arbiter die steevast door de staten wordt aangeduid. Haar kennis van het internationaal recht is niet alleen indrukwekkend, ze is ook zeer onafhankelijk.»

HUMO Sommige schadeclaims lopen op tot miljarden dollars. Wat als een land dat niet kan betalen?
Hanotiau
«Als je een grote fout maakt – als je wettelijke verplichtingen schendt, bijvoorbeeld – kun je tot een schadevergoeding veroor- deeld worden. Dat geldt ook voor gewone mensen. Die worden soms ook veroordeeld tot bedragen die ze nooit kunnen betalen.»

HUMO Zou er geen rekening gehouden moeten worden met wat een land kan dragen? Het gaat toch over belastinggeld.

Hanotiau «Ik besef dat dat een groot probleem kan zijn, maar ik wil hier niet over in detail treden. Ik ben al bij zulke zaken betrokken geweest, en dan zijn wij zeer bezorgd.»

HUMO Wat is de grootste schadeclaim tegen een land tot nu toe?
Hanotiau
(denkt na) «Ik geloof ongeveer 26 miljard dollar. Van Yukos tegen de Russische Federatie. Ik laat het even nakijken (roept een medewerkster).»

HUMO Schrikt u als burger niet dat een Chinese verzekeraar België aanklaagt voor wellicht meer dan een miljard euro?

Hanotiau «Niets verbaast mij nog. Als advocaat zie je alle mogelijke geschillen. Soms winnen mensen, soms verliezen ze. Soms kan de uitkomst heel verrassend zijn.»

HUMO Wat als België dat echt moet betalen? Is dat geen probleem?
Hanotiau
(begint te lachen) «Ik weet het.»

De medewerkster keert terug met een document met het juiste bedrag.
Hanotiau «Excuseer, ik heb me vergist. Yukos tegen de Russische Federatie: 100 miljard dol- lar. Er is al een tussentijds vonnis.»
HUMO Dat zijn gigantische bedragen. Wordt u nooit zenuwachtig als u beseft dat u daarover moet beslissen, samen met twee anderen? Er staat héél veel op het spel.
Hanotiau
«Nee, helemaal niet. En ik slaap zéér goed. Ik moet mij goed voelen bij de beslissing die ik neem. Die moet beantwoorden aan mijn gevoel voor rechtvaardigheid en de wet, en overeenkomen met alle documenten die ik krijg. Ik moet het vonnis in overeenstemming kunnen brengen met mijn geweten, dat is alles.

»Anders dan wat velen misschien denken, is mijn tribunaal trouwens geen oorlogszone. Juridisch gaat het er misschien hard aan toe, maar de vertegenwoordigers van beide par- tijen gaan erg vriendelijk met elkaar om. Ze geven elkaar een hand, drinken een glas samen. De sfeer is er heel relaxed.»

VAGE PROMOPRAATJES

Het speelveld voor de arbiters wordt waarschijnlijk nóg groter. Sinds vorige zomer onderhan- delen Europa en de Verenigde Staten, de twee grootste handelsblokken ter wereld, over een verregaand vrijhandelsverdrag. Ook daarin is investeringsarbitrage opgenomen. Het kwam eurocommissaris Karel De Gucht, die voor Europa onderhandelt, al op forse kritiek van ngo’s, milieugroeperingen, vakbonden en andere middenveldorganisaties te staan. Zij vinden dat die uitzonderingsrechtspraak daarin geen plaats heeft. Omdat beide partners beschikken over ‘robuuste rechtssystemen met voldoende bescherming’ en er geen gebrek is aan wederzijdse investeringen. Europarlementslid Bart Staes (Groen) roept alvast op om het ‘ondemocratische’ handelsakkoord ‘dat afgestemd wordt op de grote bedrijfslobby’s’ te verwerpen.

Door het aanhoudende protest heeft De Gucht beslist de mening van de Europese burger te vragen over de ontwerptekst. Het verdrag schrappen behoort niet tot de opties, benadrukte hij, alleen aanbevelingen voor de huidige ontwerp- tekst zijn mogelijk. Daarom lanceert een tweehonderdtal middenveldorganisaties, waar- onder 11.11.11, een eigen consultatieronde via de site http://eu- secretdeals.info. ‘Op de site van de Europese Commissie zul je vermoedelijk alleen kunnen aangeven hoe het systeem verbeterd kan worden,’ zegt Marc Maes van 11.11.11. ‘Dat is niet ge- noeg: wij willen investeringsarbitrage níét in het verdrag. Het komt neer op een socialisering van het risico van bedrijven. Als die hun investering willen be- schermen, moeten ze maar een verzekering afsluiten. Op onze site zul je duidelijk kunnen kie- zen: wil je investeringsarbitrage in het verdrag of niet?’

De zaak hervormen is ook volgens professor Gus Van Harten zinloos. ‘Zulke geschil- len moeten in een rechtbank behandeld worden, waar een investeerder niet alleen be- schermd, maar ook verantwoordelijk gesteld kan worden. Ik zie niet in waarom we onze democratische rechten en onafhankelijke rechtspraak zouden afstaan in naam van de globalisering, tenzij iemand héél goede argumenten kan leveren. En dan bedoel ik: harde bewijzen, geen vage promopraatjes van iemand in een blits maatpak die het heeft over het belang van investeringen.’

Waarom klinkt het protest niet luider? Van Harten: ‘Weinig mensen kennen dit. Wie ervan hoort, heeft moeite om te geloven dat dit echt kan. En de zakenadvocaten zullen er alles aan doen om je te sussen.’

En hoe zit het nog met Ping An? De advocatenkantoren zijn gekozen, de arbiters aangeduid, de eerste argumenten ingediend. Klaar voor een strijd achter gesloten deuren.